Eindejaarstips 2025 voor de omzetbelasting

Ook voor de omzetbelasting is het einde van het jaar een belangrijk moment dat extra aandacht vraagt. Vergeet niet de jaarlijkse correctie van de btw-aftrek voor auto’s, personeelsuitgaven en relatiegeschenken. Denk daarnaast zeker na over de mogelijkheden van de one-stop-shop en de kleineondernemersregeling. 

Eindejaarstips 2025 omzetbelasting

1. Anticipeer op btw-herzieningsregeling voor investeringsdiensten

In de btw geldt nu al een herzieningsregeling voor de aftrek van btw bij wijzigingen in het gebruik van onroerende zaken en roerende zaken waarop wordt afgeschreven. Diensten zoals schilderwerken en verbouwingswerkzaamheden vallen momenteel buiten deze regeling. Per 1 januari 2026 is de herzieningsregeling ook van toepassing op investeringsdiensten aan onroerende zaken, met een herzieningstermijn van vijf jaar. Wijzigt in die periode het gebruik voor btw-belaste en/of btw-vrijgestelde prestaties, dan wordt de btw-aftrek op de investeringsdienst herzien. Om te voorkomen dat kleine investeringendiensten onder deze maatregel vallen, wordt een drempelbedrag van € 30.000 ingevoerd.  

Tip!
De btw-herzieningsregeling gaat gelden voor investeringsdiensten die vanaf 1 januari 2026 in gebruik worden genomen. Neemt u deze investeringsdiensten dus nog vóór deze datum in gebruik, dan worden ze niet geraakt door de regeling.  

2. Houd de herzieningstermijn in de gaten

Is er de afgelopen tien jaar een onroerende zaak met btw heeft aangeschaft, let er dan op dat de in aftrek gebrachte btw in het jaar van ingebruikname en de negen opvolgende jaren in bepaalde gevallen moet worden gecorrigeerd. Dit is het geval als de verhouding van het gebruik van de onroerende zaak voor btw-belaste versus btw-vrijgestelde prestaties voor meer dan 10% is gewijzigd ten opzichte van het gebruik waarvan werd uitgegaan op het moment van aanschaf. Dit heeft tot gevolg dat je mogelijk btw moet terugbetalen of juist terugkrijgt van de Belastingdienst. Deze herzienings-btw geef je aan in de laatste btw-aangifte van het jaar.

Let op! 
Ook voor roerende zaken waarop dient te worden afgeschreven, geldt een herzieningstermijn. De termijn hiervoor is korter; het jaar van ingebruikname en de vier jaren erna. 

3. Verwerk personeelsuitgaven en relatiegeschenken in laatste btw-aangifte

Uiterlijk eind januari moeten de meeste ondernemers de laatste btw-aangifte van het jaar 2025 indienen. Vergeet dan niet te kijken naar de uitgaven voor het personeel en relatiegeschenken. De btw op deze uitgaven is niet altijd aftrekbaar, ook niet als de onderneming prestaties verricht die belast zijn met btw. Personeelsuitgaven zijn bijvoorbeeld personeelsuitjes en het bekende kerstpakket. Gedurende het jaar is de btw op deze kosten aftrekbaar, maar aan het eind van het jaar moet worden beoordeeld of deze aftrek wellicht gecorrigeerd moet worden. De btw ten aanzien van personeelsuitgaven is niet aftrekbaar als de uitgaven voor het personeelslid in een jaar meer bedragen dan € 227 (excl. btw). Blijven de uitgaven onder dit bedrag, dan is de btw wel aftrekbaar.

Voor een aantal voorzieningen geldt een uitzondering of een speciale regeling. Dit geldt in elk geval voor verhuiskosten, de auto van de zaak en voor fietsen.

Let op!  
Dit betekent dat je moet berekenen wat de uitgaven aan personeelsvoorzieningen per werknemer in een jaar zijn geweest.

Relatiegeschenken kunnen verschillend van aard zijn. Een bekend voorbeeld is het kistje wijn met kerst. Wanneer is de aftrek van btw op relatiegeschenken soms beperkt? De btw is niet aftrekbaar als de ontvanger van het geschenk – als hij het zelf zou kopen – minder dan 30% van de btw in aftrek zou kunnen brengen én jij in dat jaar aan deze relatie meer dan € 227 (excl. btw) aan relatiegeschenken hebt gegeven.

Is op genoemde uitgaven in de loop van het jaar te veel of juist te weinig btw in aftrek gebracht, dan moet dit in de laatste btw-aangifte worden gecorrigeerd. 

4. Dien suppletie btw op tijd in

Ondernemers die per ongeluk een foutieve btw-aangifte hebben gedaan, moeten dit corrigeren zodra ze de fout ontdekken. Dat doe je via een suppletieaangifte. Vanaf 1 januari 2025 moet deze binnen acht weken na ontdekking van de fout worden ingediend. Voorheen moest dit zo spoedig mogelijk gebeuren.

Een suppletieaangifte is nodig als je in een belastingtijdvak over de afgelopen vijf jaar te veel of te weinig btw hebt aangegeven. De suppletie moet in ieder geval worden ingediend voordat je wist of redelijkerwijs kon weten dat de Belastingdienst de fout al had ontdekt. Alleen als je tijdig een suppletieaangifte indient, kun je een boete voorkomen. Door de nieuwe termijn van acht weken is het voor de Belastingdienst eenvoudiger om een boete op te leggen, die kan oplopen tot 100% van de alsnog te betalen btw.

Tip!
Afwijkingen van maximaal € 1.000 hoef je niet te suppleren; deze kun je verwerken in je eerstvolgende btw-aangifte. 

5. Maak gebruik van de KOR

De kleine ondernemersregeling (KOR) is sinds 2020 een vrijstellingsregeling. Ondernemers met een lagere jaaromzet dan € 20.000 kunnen hiervoor kiezen. De regeling is niet verplicht. De keuze voor de KOR houdt in dat je geen btw in rekening hoeft te brengen en automatisch bent ontheven van allerlei btw-verplichtingen.

Let op!  
Bij toepassing van de KOR verlies je ook het recht op btw-aftrek. De KOR kan ook worden toegepast door  rechtspersonen, zoals bv’s, stichtingen en verenigingen. Ondernemers die hebben gekozen voor de KOR en die vervolgens in de loop van enig jaar de omzetgrens van € 20.000 overschrijden, worden vanaf dat moment weer btw-plichtig.

Met name voor ondernemers die te maken hebben met afnemers/klanten die de btw niet kunnen terugvragen, kan de KOR uitkomst bieden.

Ondernemers die de KOR willen toepassen, dienen dit tijdig te melden bij de inspecteur. Het aanmeldformulier hiervoor moet uiterlijk vier weken voor de ingangsdatum van het aangiftetijdvak waarin u de KOR wilt laten ingaan, door de Belastingdienst zijn ontvangen.

Let op!  
Wil je vanaf 2026 van de KOR gebruikmaken, meld je dan uiterlijk eind november 2025 aan.

De KOR is sinds 1 januari 2025 flexibeler, omdat de KOR na aanmelding niet meer verplicht minstens drie jaar hoeft toe te worden toegepast. Ook hoef je niet meer drie jaar te wachten als je opnieuw voor de KOR wilt aanmelden. Vanaf 1 januari 2025 is deze wachttijd beperkt tot de rest van het jaar waarin je bent afgemeld en het erop volgende jaar. Wil je per 1 januari 2026 stoppen met de KOR? Geef dat dan uiterlijk 3 december 2025 door via het online formulier op Mijn Belastingdienst Zakelijk.  

Een andere wijziging is dat buitenlandse ondernemers met een vaste inrichting in Nederland de KOR niet meer kunnen toepassen.

Sinds 1 januari 2025 is het ook mogelijk de KOR aan te vragen voor EU-landen waar je zaken mee doet. Je bepaalt zelf voor welke landen de KOR wordt aangevraagd. Je hoeft daar dan ook geen btw-aangiftes meer te doen. Wel moet je ieder kwartaal aan de Nederlandse belastingdienst een overzicht verschaffen van de omzet die je in het kwartaal in de EU hebt behaald. Voor de EU-KOR is vereist dat de hoofdvestiging in Nederland ligt. De omzet mag in alle EU-landen inclusief Nederland maximaal € 100.000 bedragen. Ook geldt voor de deelnemers de nationale omzetgrens van het EU-land waar ze de vrijstelling willen toepassen. In Nederland bedraagt deze dus € 20.000. 

6. Meld je op tijd aan voor de One-Stop-Shop (OSS)

Als een ondernemer een webshop heeft of anderszins goederen of digitale diensten verkoopt aan particulieren in de EU, dan moet bij het overschrijden van een totale EU-omzetdrempel van € 10.000 de btw worden voldaan in de lidstaten waar de klant woont. Deze regeling is op 1 juli 2021 ingegaan. Om te voorkomen dat een ondernemer zich in de verschillende lidstaten moet registeren, bestaat de mogelijkheid de buitenlandse btw-aangifte(n) via het zogenaamde One-Stop-Shop-systeem in te dienen. Hiervoor kan je je aanmelden bij de Belastingdienst via het ondernemingsportal ‘Mijn Belastingdienst Zakelijk’. Raadzaam is om dat te doen voorafgaand aan het btw-tijdvak waarin bijvoorbeeld de EU-omzetdrempel wordt overschreden. Voorbeeld: als je vanaf 1 januari 2026 gebruik wenst te maken van het nieuwe OSS-aangiftesysteem, raden wij aan om je vóór 1 januari 2026 aan te melden bij de Belastingdienst.

7. Vraag de btw op oninbare vorderingen terug

Als afnemers/debiteuren niet betalen, kun je de al in rekening gebrachte en afgedragen btw onder voorwaarden terugkrijgen. Het moet dan duidelijk zijn dat de afnemer niet zal betalen, zoals bij een faillissement. Bij fictie is een niet-betaalde vordering sowieso één jaar na de opeisbaarheid daarvan oninbaar. Je doet er dan verstandig aan de btw in dat tijdvak via de btw-aangifte terug te vragen. Een later ingediend verzoek om teruggaaf biedt minder zekerheid. Soms is ook al eerder duidelijk dat je niet meer op betaling hoeft te rekenen en kan de al in rekening gebrachte en afgedragen btw teruggevraagd worden bij de Belastingdienst.

Tip! 
Als een vordering één jaar na opeisbaarheid nog niet is betaald, kun je de btw in ieder geval terugvragen. De andere kant van de medaille is dat je de btw die is afgetrokken op een inkomende factuur weer moet terugbetalen aan de Belastingdienst als de factuur nog niet is betaald en sinds het verlopen van de betaaltermijn ervan al een jaar is verstreken.

Let op! 
De btw op de vordering kan in de reguliere aangifte worden teruggevraagd in het tijdvak waarin de vordering oninbaar is gebleken. 

8. Vergeet btw privégebruik auto niet in de laatste btw-aangifte

Voor auto’s van de zaak die ook privé gebruikt worden, moet in de laatste btw-aangifte van het jaar btw over het privégebruik betaald worden. Daar staat tegenover dat je door het jaar heen de btw op alle autokosten in aftrek kan brengen, althans, als je de auto gebruikt voor btw-belaste prestaties . Voor de btw geldt woon-werkverkeer ook als privé.

Voor het btw-privégebruik moet je in beginsel uitgaan van de verhouding tussen de zakelijke en privékilometers, afgezet tegen de vooraftrek. Hiervoor zal een sluitende kilometeradministratie nodig zijn. Is er geen kilometeradministratie, dan kan je gebruikmaken van een forfaitaire regeling. Ga daarbij uit van een btw-heffing van 2,7% van de catalogusprijs van de auto, inclusief btw en bpm.

Tip! 
Voor de auto van de zaak die meer dan vier kalenderjaren (ná het jaar van ingebruikneming) in de onderneming is gebruikt, geldt een lager forfait van 1,5%. Datzelfde percentage geldt ook als je bij de aankoop van de auto geen btw in aftrek kon brengen.  

Let op! 
Je mag de forfaitaire regeling alleen toepassen als het privégebruik niet kan worden vastgesteld. Kan het privégebruik wel worden vastgesteld? Dan moet je btw betalen over het werkelijke privégebruik. Dit kan soms voordeliger zijn. Je moet dan een kilometerregistratie bijhouden. Houd er rekening mee dat in dit geval woon-werkverkeer als privé wordt gezien.

Tip! 
De niet-aftrekbare btw in verband met het privégebruik is een kostenpost voor de onderneming en dus aftrekbaar van de winst. 

9. Btw-verhoging logies

Per 1 januari 2026 geldt voor logies een btw-tarief van 21% in plaats van 9%. Zie ook: btw-verhoging aangenomen voor kort verblijf in het kader van hotel-, pension- en vakantiebestedingsbedrijf.  

Let op! 
Wanneer in 2025 huur vooruit wordt betaald voor een vakantiehuisje in 2026, moet nu al 21% btw in rekening worden gebracht. 

Vragen? Neem contact op

Contact

Drs. Natasja Groenink - van der Voort
drs. Natasja Groenink - van der Voort
  • Belastingadviseur
Renzo van der Ham 6
mr. Renzo van der Ham
  • Loonheffingsspecialist
Marco de Weerd 1
mr. Marco de Weerd
  • Adviseur omzetbelasting
Marc Kamermans
mr. Marc Kamermans
  • Belastingadviseur

Deel dit artikel