Wat zijn de verwachtingen voor Prinsjesdag 2025?

Prinsjesdag 2025 staat voor de deur en ook het demissionaire kabinet doet voorstellen voor nieuwe fiscale en arbeidsrechtelijke maatregelen. Hieronder vind je een overzicht van de belangrijkste verwachte wijzigingen, zodat je tijdig op de hoogte bent van wat kan veranderen.

Wat zijn de verwachtingen voor Prinsjesdag 2025?

1. 52% extra belasting over de auto van de zaak met CO2-uitstoot

Het kabinet wil vanaf 2027 een nieuwe pseudo-eindheffing invoeren voor auto’s van de zaak die CO₂ uitstoten. Werkgevers moeten dan een extra belasting van 52% betalen over de bijtelling (22% van de cataloguswaarde inclusief btw en bpm). De maatregel geldt alleen voor nieuwe auto’s met een eerste tenaamstelling vanaf 1 januari 2027 die ook privé gebruikt mogen worden door de werknemer. De maatregel wordt ingevoerd om de overstap naar elektrische auto’s te versnellen, zodat volledig elektrische en waterstofauto’s zijn uitgezonderd.

De nieuwe regeling gaat voor alle werkgevers gelden, dus ook voor de vennootschap waar de DGA op de loonlijst staat. Zzp’ers vallen buiten de regeling, omdat zij geen werkgever zijn.

Let op! Deze maatregel staat los van de bijtelling die werknemers betalen. Deze bedraagt in 2026 22% van de cataloguswaarde voor alle nieuwe auto’s (de lagere bijtelling voor elektrische auto’s vervalt). 

2. Wet Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties

De Wet DBA wordt vervangen door de Wet Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties (Wet VBAR). Met deze nieuwe wet wordt recente jurisprudentie gecodificeerd. Er worden ook nieuwe regels geïntroduceerd, zoals een veronderstelde dienstbetrekking voor zelfstandigen die minder dan ongeveer € 36 per uur verdienen. Hier kan alleen een beroep op worden gedaan door werknemers.

3. Aof- en AWf-premies

Alle werkgevers betalen premies werknemersverzekeringen. Deze premies veranderen in 2026: de 'lage' Aof-premie wordt verlaagd, terwijl de 'hoge' Aof-premie wordt verhoogd.

Let op! De eerder aangenomen verhoging van de AWf-premie wordt met een jaar uitgesteld.

4. Versoepeling pseudo-eindheffing RVU verlengd tot en met 2028

Een RVU (Regeling Vervroegd Uittreden) stelt werknemers in staat eerder met pensioen te gaan dan de AOW-leeftijd. Deze RVU-uitkeringen kunnen belast zijn met een pseudo-eindheffing. In de Voorjaasnota 2025 was al een versoepeling opgenomen. De versoepeling houdt in dat tot het bedrag van de drempelvrijstelling (in 2025 € 2.273 per maand) er geen 52% pseudo-eindheffing verschuldigd is. De versoepeling wordt naar verwachting verlengd tot en met 2028, mits RVU’s gericht worden ingezet voor werknemers die door de zwaarte van hun werk niet tot de AOW-leeftijd kunnen doorwerken. Daarnaast wordt de drempelvrijstelling verhoogd met € 300 per maand.

Om de verlenging en verhoging van vrijstelling te financieren stijgt de pseudo-eindheffing vanaf 2026 stapsgewijs tot 65% in 2028.

5. Wijzigingen minimumloon

Op Prinsjesdag 2025 worden verschillende wijzigingen in het minimumloon verwacht. Het minimumjeugdloon wordt per 1 januari 2027 als volgt verhoogd ten opzichte van het wettelijk minimumloon voor werknemers van 21 jaar en ouder:

  • 20-jarige te verhogen van 80 naar 87,5%
  • 19-jarige van 60 naar 75%
  • 18-jarige van 50 naar 62,5%
  • 17-jarige van 39,5 naar 50%
  • 16-jarige van 34,5 naar 40%

Daarnaast wordt de bbl-loonstaffel vanaf 2027 afgeschaft, zodat studenten in de beroepsbegeleidende leerweg op het mbo recht krijgen op het volledige minimumjeugdloon dat past bij hun leeftijd.

Ten slotte heeft het kabinet voorgesteld om het percentage dat werkgevers voor huisvestingskosten mogen inhouden op het minimumloon vanaf 2026 jaarlijks wordt verlaagd met 5%.

6. Overige maatregelen werkgevers/werknemers

Er worden nog een aantal maatregelen voor werkgevers verwacht met Prinsjesdag waar wij later dieper op zullen ingaan:

7. Hoger forfait overige bezittingen en lager heffingsvrij vermogen in box 3

De Hoge Raad heeft beslist dat belasting in box 3 mag worden berekend op basis van het werkelijke rendement, als dat lager is dan het forfaitaire rendement. Dit leidt tot hoge kosten voor de overheid. Daarom wordt het forfaitair rendement voor overige bezittingen in 2026 en 2027 verhoogd naar 7,78%. Tegelijkertijd gaat het heffingsvrije vermogen omlaag: van € 57.684 (2025) naar € 51.396 in 2026 en 2027.

8. Andere wijzigingen inkomstenbelasting

Met Prinsjesdag 2025 worden meerdere wijzigingen in de inkomstenbelasting verwacht. Zo daalt de stakingsaftrek vanaf 2026 van € 3.630 naar € 908 en verdwijnt deze per 2030 volledig. Ook wordt de meewerkaftrek per 2027 met 75% verlaagd en vanaf 2030 afgeschaft. Daarnaast zullen de belastingschijven en heffingskortingen minder sterk worden geïndexeerd, waardoor belastingplichtigen sneller in een hogere schijf terechtkomen en de belastingdruk toeneemt.

9. Ongelijke verdeling goederengemeenschap en verrekenbeding fiscaal aangepakt

In huwelijkse voorwaarden kunnen afspraken worden gemaakt over de verdeling van het gezamenlijke vermogen. Soms werd dit gebruikt om vlak voor overlijden het vermogen grotendeels belastingvrij aan de partner over te dragen. De Hoge Raad heeft onlangs geoordeeld dat een verdeling van 90%-10% toegestaan is.

Het kabinet vindt dit ongewenst en heeft daarom een wetswijziging aangekondigd. Vanaf nu wordt schenk- of erfbelasting geheven bij elke ontbinding van een huwelijksgoederengemeenschap of elk toegepast verrekenbeding waarbij één partner meer dan de helft van het vermogen ontvangt. Dit geldt voor alle ongelijke verdelingen, ook als deze niet in het zicht van overlijden plaatsvinden.

10. Geen btw-verhoging cultuur, sport en media

Eind vorig jaar werd een btw-verhoging van 9 naar 21% op cultuur, sport en media aangenomen, die per 1 januari 2026 zou ingaan. Op Prinsjesdag 2025 wordt echter een wetswijziging ingediend waardoor deze verhoging weer wordt teruggedraaid. Het btw-tarief voor cultuur, sport en media blijft daarmee vanaf 1 januari 2026 9%.

Let op!

De btw-verhoging op het kort verblijf in het kader van hotel-, pension- en vakantiebestedingsbedrijf gaat wel door. Vanaf 1 januari 2026 geldt hier een btw-tarief van 21% in plaats van 9%.

Tot slot

De genoemde voorstellen zijn een selectie van verwachte wijzigingen en nog niet definitief. Ze moeten eerst op Prinsjesdag 2025 aan de Tweede Kamer worden aangeboden en vervolgens door zowel de Tweede als de Eerste Kamer worden goedgekeurd. Op deze pagina houden wij  je op de hoogte van de ontwikkelingen, zodat je tijdig kunt inspelen op eventuele fiscale en arbeidsrechtelijke gevolgen. Mocht je hierover willen sparren met één van onze specialisten, dan horen wij dat graag.

Meer informatie over Prinsjesdag 2025?

Meer informatie over de plannen die het kabinet presenteerde op Prinsjesdag? Op onze pagina Belastingplan 2026 vind je een overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen uit de belastingplannen, zo weet je op tijd welke gevolgen de maatregelen hebben voor jou en je onderneming.

Belastingplan 2026

Vragen? Neem contact op.

Contact

Drs. Natasja Groenink - van der Voort
drs. Natasja Groenink - van der Voort

Belastingadviseur

+31 591 65 78 16

Renzo van der Ham 6
mr. Renzo van der Ham

Loonheffingsspecialist

+31 88 202 15 06

Marco de Weerd 1
mr. Marco de Weerd

Adviseur omzetbelasting

+31 88 202 15 65

Marc Kamermans
mr. Marc Kamermans

Belastingadviseur

+31 88 202 14 69

Deel dit artikel