Financiële privacy wordt beperkt door UBO-register

In het voorjaar zijn bedrijven en adviseurs druk bezig geweest met de invoering van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). De privacy van de burger staat hierbij voorop; de bescherming van persoonsgegevens wordt in het algemeen als een belangrijk recht gezien. Tegenover deze ontwikkeling staat de tendens dat alle informatie openbaar toegankelijk moet zijn en financiële transparantie moet worden geboden. De invoering van het UBO-register is hiervan een belangrijk voorbeeld. Dit register kan echter de privacy van vermogende personen en hun families verder aantasten.
Financiële privacy wordt beperkt door UBO register

In het voorjaar zijn bedrijven en adviseurs druk bezig geweest met de invoering van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). De privacy van de burger staat hierbij voorop; de bescherming van persoonsgegevens wordt in het algemeen als een belangrijk recht gezien.

Tegenover deze ontwikkeling staat de tendens dat alle informatie openbaar toegankelijk moet zijn en financiële transparantie moet worden geboden. De invoering van het UBO-register is hiervan een belangrijk voorbeeld. Dit register kan echter de privacy van vermogende personen en hun families verder aantasten.

UBO wordt zichtbaar

Op basis van Europese regelgeving dient de Nederlandse wet een UBO-register te bevatten. De term UBO is een afkorting van Ultimate Beneficial Owner (uiteindelijk gerechtigde). Op basis van deze wetgeving zal een directeur-grootaandeelhouder of ondernemer bij een aandeelhouderschap van 25% of meer in het UBO-register opgenomen moeten worden.

Ondernemings- en beleggingsvermogen inzichtelijk met invoering UBO-register

De wetgeving heeft niet enkel voor de UBO’s van bedrijven gevolgen, maar ook voor UBO’s van beleggingsvennootschappen. Indien bijvoorbeeld de winst na verkoop van de werkmaatschappij in de holding achterblijft, dan zal via het UBO-register in combinatie met de publicatieverplichting van de jaarcijfers, het vermogen van een familie inzichtelijk zijn.

Door het vermogen als dividend uit te keren, kan weliswaar financiële privacy worden gerealiseerd, maar de prijs hiervan is fors. Eerst moet de aanmerkelijk-belangheffing worden voldaan (25% oplopend naar 28,5% in 2021), daarna moet jaarlijks in box 3 inkomstenbelasting worden betaald. Veelal is deze heffing fors hoger dan het rendement op het vermogen. Een goede reden om spaargeld dus niet uit te keren naar privé en in de bv het vermogen te laten renderen.

Structuren om financiële privacy te verbeteren

Om de financiële privacy te verbeteren, zijn de afgelopen jaren structuren ontwikkeld. Voor actieve ondernemingen wordt regelmatig gebruik gemaakt van het regime van de open cv. Voor belegd vermogen is het fonds voor gemene rekening (FGR) een alternatief. Met name deze laatste vorm heeft een grote vlucht genomen, mede om de heffing in box 3 te voorkomen.

Door vanuit box 3 het vermogen in te brengen in de FGR kan (onder voorwaarden) de heffing in box 3 worden voorkomen. De vraag is of deze structuren blijven werken onder de komende wetgeving. Een FGR is geen juridische entiteit en valt dus strikt genomen niet onder de wetgeving. Wel is aangekondigd dat nader onderzoek plaatsvindt of de UBO’s van de FGR tevens moeten worden opgenomen in het register.

Concluderend

De nieuwe wetgeving kent een overgangsregeling van achttien maanden. De feitelijke inwerkingtreding zal dus nog even op zich laten wachten. Indien je gesteld bent op financiële privacy dan is het aan te raden om te bezien of in deze overgangsperiode nadere maatregelen getroffen kunnen worden om jouw financiële privacy te borgen.

* Dit artikel verscheen op 16 september 2018 in Driesteden BUSINESS magazine.

Neem contact op

Contact

Deel dit artikel