Fiscale aandachtspunten bij de (bestel)auto van de zaak

Een auto van de zaak is een auto of bestelauto die een werkgever ter beschikking stelt aan een werknemer. De auto mag zakelijk worden gebruikt en soms ook privé. Dat privégebruik heeft gevolgen voor de loonheffingen.

Voor een ter beschikking gestelde (bestel)auto is de hoofdregel dat er de volgende bijtelling geldt:

• 22% over de cataloguswaarde van de (bestel)auto
• 17% voor auto’s zonder CO₂-uitstoot tot een cataloguswaarde van € 30.000; over het meerdere geldt 22%

Let op: dit zijn de percentages voor 2025. In andere jaren kunnen andere bedragen gelden.

Er is geen bijtelling verschuldigd als de werknemer kan aantonen dat er op jaarbasis niet meer dan 500 privékilometers zijn gereden. Dat kan alleen met een sluitende rittenregistratie. Een ‘Verklaring geen privégebruik auto’ van de Belastingdienst kan volstaan, zolang de werkgever erop toeziet dat de werknemer zich aan de regels houdt.

Onze specialisten van Loonheffingen kunnen helpen beoordelen of de bijtelling binnen jouw onderneming correct wordt toegepast. 

Rijdt een werknemer privé met de (bestel)auto van de zaak, dan moet daar bijtelling over worden betaald. Alleen wie kan aantonen dat er op jaarbasis niet meer dan 500 privékilometers worden gereden, hoeft geen bijtelling te betalen.

In de praktijk zien onze loonheffingenspecialisten regelmatig dat het hier misgaat. Bijvoorbeeld:

• Bij (bestel)auto’s voor algemeen gebruik wordt ten onrechte geen bijtelling toegepast.
• Voor een bestelauto is een verbod op privégebruik overeengekomen, maar er wordt niet of onvoldoende gecontroleerd of de werknemer dit naleeft.
• Privéritten worden ten onrechte als zakelijk aangemerkt.
• Er wordt niet voldaan aan de voorwaarden voor de eindheffing bij doorlopend afwisselend gebruik van bestelauto’s (€ 438 per jaar in 2025).
• De werkgever stelt dat de bestelauto in de avond achter het hek wordt gestald, maar dit kan niet worden aangetoond.
• De werknemer heeft een ‘Verklaring geen privégebruik auto’ van de Belastingdienst, maar houdt geen sluitende rittenregistratie bij.

Als ten onrechte geen bijtelling wordt toegepast, kan de Belastingdienst een naheffingsaanslag opleggen over de afgelopen vijf kalenderjaren. Die kan, inclusief boete en belastingrente, oplopen tot de cataloguswaarde van de (bestel)auto. 

Om risico’s te beperken, is het belangrijk om duidelijke afspraken te maken en goed te controleren of de afspraken over het gebruik van de (bestel)auto worden nageleefd. Onze loonheffingenspecialisten helpen bij het opstellen van:

• Een memo voor werknemers over zakelijk en privégebruik.
• Een gebruikersovereenkomst voor de (bestel)auto van de zaak.
• Een verbod op privégebruik dat voldoet aan de fiscale regels.
• Een controleprotocol voor het wagenpark, eventueel met een jaarlijkse controle door Moore MKW. 

In de praktijk krijgen onze loonheffingenspecialisten regelmatig vragen over de (bestel)auto van de zaak. Hieronder lees je de antwoorden op drie veelgestelde vragen.

• Hoe bereken je de bijtelling op een auto van de zaak? 
  De bijtelling wordt berekend door de cataloguswaarde van de (bestel)auto te vermenigvuldigen met het bijtellingspercentage dat voor het betreffende jaar geldt.
   
• Wat zijn de kosten van het verstrekken van een auto van de zaak voor de werkgever? 
  De kosten bestaan uit de lease- of aanschafkosten, het onderhoud, de verzekeringen en de loonheffingen die voortvloeien uit het privégebruik van de auto.
   
• Hoeveel mag je privé rijden met een auto van de zaak? 
  Een werknemer mag maximaal 500 kilometer per jaar privé rijden met een (bestel)auto van de zaak zonder dat er bijtelling geldt. Wordt deze grens overschreden, dan moet bijtelling worden toegepast.