Het zoet uit de Voorjaarsnota 2025: voor (werknemers van) de start-ups en scale-ups

Het binden van goede medewerkers aan snelgroeiende ondernemingen is van alle tijden. Tijdens de opkomst van het internet werden goede ontwikkelaars vaak beloond met opties op aandelen. Een aantrekkelijke wijze van belonen: bij succesvolle bedrijven stegen deze opties in waarde en bleef de belastingheffing beperkt. Té beperkt volgens de wetgever. De aandelenoptieregeling werd zodanig aangepast dat ze fiscaal haar aantrekkelijkheid verloor, waardoor andere beloningsvormen in beeld kwamen. 

Door de invoering van box 3 in de inkomstenbelasting werd het aantrekkelijk om (certificaten van) aandelen aan werknemers te verstekken. Bij een snelle waardestijging kan dit nog steeds voordelig zijn. Zodra echter sprake is van een zogenoemd lucratief belang valt het voordeel niet meer onder de forfaitaire heffing van box 3, maar onder box 1 (tegen het reguliere tarief). Blijkt box 1 van toepassing, dan kun je in sommige situaties nog kiezen voor een fiscaal gunstigere route via box 2. 

Het kabinet erkent in de Voorjaarsnota het belang van stimulering van start-ups en scale-ups. Daarom wordt de aandelenoptie weer aantrekkelijk. Krijgt een werknemer een optie op aandelen in een kwalificerende onderneming? Dan wordt het voordeel niet voor 100%, maar voor slechts 65% in de heffing betrokken. Bij een belastingtarief van 37% komt dit neer op een effectieve heffing van circa 24%. Bovendien wordt de belasting pas geheven op het moment van daadwerkelijke ontvangst. 

Voor de aandelenoptie geldt nog steeds een aftrekbeperking in de vennootschapsbelasting. Hierin is geen wijziging aangekondigd. Mogelijk is een alternatief, zoals een SAR-regeling (Stock Appreciation Right), in sommige gevallen aantrekkelijker als je kijkt naar de gecombineerde lasten van loon- en vennootschapsbelasting.