Zzp’ers in de zorg: let op strengere handhaving en boetes

Onze ervaring is dat de Belastingdienst zich meestal constructief opstelt als zorginstellingen aantonen dat ze het aantal schijnzelfstandigen actief afbouwen. Tot nu toe hebben wij bij onze zorgcliënten nog geen naheffingsaanslagen gezien. Dit kan echter veranderen als een zorginstelling niet aantoonbaar duidelijk laat zien dat er aan afbouw wordt gewerkt. 

Goed om te weten: vanaf 2026 mag de Belastingdienst ook weer boetes opleggen bij schijnzelfstandigheid.

Naast directe inhuur schakelen veel zorginstellingen zzp’ers in via tussenkomstbureaus. Ten onrechte denken sommige organisaties dat zij dan geen risico lopen. In de praktijk beschouwt de Belastingdienst de arbeidsrelatie tussen bureau en zzp’er vaak als (fictieve) dienstbetrekking. 

Draagt het tussenkomstbureau geen loonheffingen af, dan kan de zorginstelling op grond van inlenersaansprakelijkheid alsnog verantwoordelijk worden gehouden. We merken dat de Belastingdienst steeds actiever optreedt tegen bureaus die hun verplichtingen niet nakomen.

Sommige zorginstellingen schakelen zzp’ers in via een maatschap of coöperatie. Vaak denken organisaties dat dit dé oplossing is om zzp’ers te blijven inzetten, maar dat klopt meestal niet. De feitelijke situatie bepaalt of er alsnog sprake is van een rechtstreekse dienstbetrekking met de zorginstelling. 

Daarnaast blijft het risico bestaan dat de instelling aansprakelijk is als de maatschap of coöperatie geen loonheffingen afdraagt.