Impact van organisatie op milieu en vice versa
Bij de duurzaamheidsrapportage staat dubbele materialiteit enerzijds voor de beoordeling van de impact van een organisatie op het milieu (inside-out) en anderzijds voor de impact van het milieu op de organisatie (outside-in).
Door middel van deze dubbele materialiteit wordt inzichtelijk welke onderwerpen er moeten worden opgenomen in de duurzaamheidsrapportage. Om deze relevante onderwerpen inzichtelijk te krijgen moet input worden gevraagd van de verschillende stakeholders. Denk hierbij aan onder andere personeel, afnemers, leveranciers, aandeelhouders en omwonenden.
Inside-out voorbeelden
Bij inside-out gaat het om zowel om positieve als negatieve effecten van de organisatie op het milieu. Voorbeelden hiervan zijn:
- het delven van grondstoffen waarbij milieuschade ontstaat;
- het uitbuiten van personeel;
- het opzetten van een energiecoöperatie die duurzame energie opwekt voor de eigen organisatie en bedrijven in de omgeving;
- het opzetten van een opleidingsplan waardoor medewerkers duurzaam inzetbaar zijn.
Outside-in voorbeelden
Bij outside-in gaat het om zowel positieve als negatieve effecten van het milieu op de organisatie. Voorbeelden hiervan zijn:
- stijging van de zeespiegel waardoor onroerend goed wordt bedreigd met overstromingsgevaar;
- het opraken van grondstoffen waardoor de samenstelling van producten moet worden aangepast;
- uitvallen van het energienetwerk;
- kostenbesparing door energiereductie;
- lager energieverbruik door opwarming van de aarde.
Internationaal gezien zijn er meerdere richtlijnen omtrent duurzaamheidsrapportages. Daarbij is er niet altijd sprake van dubbele materialiteit. Als er sprake is van enkele materialiteit, dan wordt er alleen gekeken naar de impact van het milieu op de organisatie (outside-in).
ESRS, European Sustainability Reporting Standards. Dit is het verslaggevingsstelsel dat door de CSRD verplicht is gesteld om te gebruiken voor de duurzaamheidsrapportage.