Wat is er veranderd?
Het lage btw-tarief geldt nu uitsluitend voor het deel van het pand dat feitelijk wordt gebruikt voor particuliere bewoning, zoals bewonerskamers. Voor overige ruimtes – waaronder behandelkamers, kantoren en andere niet-woonfuncties – geldt het algemene tarief van 21%.
Gemeenschappelijke ruimten
Ruimten zoals gangen, liften, eetruimtes en trappenhuizen vallen niet automatisch onder het lage tarief. Alleen als deze ruimten uitsluitend ter beschikking staan van bewoners, kunnen ze onder het 9%-tarief vallen. Bij gemengd gebruik – bijvoorbeeld ook door personeel – moet een verdeling worden gemaakt. In dat laatste geval geldt dat het btw-tarief wordt bepaald op basis van de verhouding tussen het woondeel en het niet-woondeel van het pand. Bestaat het pand bijvoorbeeld voor 60% uit woonruimte, dan mag 60% van de schoonmaak van gemeenschappelijke ruimten tegen 9% btw worden belast en 40% tegen 21%.
Gevolgen voor zorginstellingen
Vanaf 1 juli moet je dus een duidelijke splitsing maken in de schoonmaakfacturatie tussen woon- en niet-woonruimten. Deze verdeling gebeurt bij voorkeur op basis van het vloeroppervlak. De schoonmaakleverancier is in principe verantwoordelijk voor de juiste btw-toepassing. Dit neemt niet weg dat er voor jou als zorginstelling wél een financieel belang is, omdat de btw op deze schoonmaakdiensten meestal niet of slechts deels aftrekbaar is.
Aanbevolen acties
- Vraag je schoonmaakleverancier om een onderbouwing van de btw-verdeling.
- Controleer of de toegepaste indeling overeenkomt met het werkelijke gebruik van de ruimten.
Neem contact op
Contact
- Belastingadviseur