Grensoverschrijdende fiscale tegemoetkomingen
Fiscale tegemoetkomingen, zoals de hypotheekrenteaftrek, worden uitsluitend in aanmerking genomen in het land waar je woont (i.e. woonstaat). Maar dat kan leiden tot belemmeringen als er in de woonstaat bijna geen inkomen in de belastingheffing wordt betrokken, omdat er geheel in een ander land (i.e. de werkstaat) wordt gewerkt. Want in dat geval kan er immers geen gebruik worden gemaakt van de fiscale tegemoetkomingen, omdat er geen tot weinig belasting wordt geheven in de woonstaat.
Belemmering vrij verkeer van personen
Bovenstaande situatie is binnen de Europese Unie (EU) onwenselijk, omdat de EU een vrij verkeer van personen nastreeft. Als oplossing heeft het Europees Hof van Justitie (HvJ) in rechtspraak geoordeeld dat, in een dergelijke situatie waarbij er geen gebruik kan worden gemaakt van fiscale tegemoetkomingen in de woonstaat, de werkstaat de fiscale tegemoetkomingen moet toekennen.
Nederland heeft de rechtspraak van het HvJ in de nationale wet opgenomen. Op basis daarvan zal Nederland de fiscale tegemoetkomingen toekennen, als naar Nederlandse maatstaven ten minste 90% van het inkomen in Nederland is onderworpen aan de inkomstenbelasting. Dat hierbij het inkomen dient te worden bepaald naar Nederlandse maatstaven, is een belangrijk punt waarover onduidelijkheid is ontstaan.
Huidige stand van zaken
In een aantal zaken heeft de Nederlandse rechter geoordeeld, dat de manier waarop Nederland de grens van 90% vaststelt, niet in overeenstemming is met het EU-recht. Er kunnen zich immers situaties voordoen waarbij er niet wordt voldaan aan de 90%-eis en er ook geen gebruik kan worden gemaakt van de fiscale tegemoetkomingen in de woonstaat.
Een voorbeeld
We illustreren dit aan de hand van het volgende voorbeeld. Henk woont in België en werkt in loondienst in Nederland en België. Het gehele Nederlandse loon is in Nederland belast. Verder bezit Henk een woning in België met een hypotheek waarop hij rente betaalt. Op basis van de Nederlandse maatstaven is 70% van het gehele inkomen van Henk, belast in Nederland. Op basis van de Belgische wetgeving is de overige 30% vrijgesteld.
In deze situatie kan Henk op basis van de Nederlandse wetgeving geen gebruikmaken van fiscale tegemoetkomingen in Nederland. Henk voldoet immers niet aan de 90%-eis. Maar Henk kan ook geen gebruik maken van fiscale tegemoetkomingen in België, omdat zijn inkomen aldaar is vrijgesteld.
Voor deze situatie heeft het gerechtshof in recente jurisprudentie een oplossing bedacht. Nederland dient de fiscale tegemoetkomingen te verlenen, maar dan op basis van de volgende breuk: belast inkomen in de werkstaat / gehele (wereld)inkomen. Dat betekent voor bovenstaand voorbeeld, dat Nederland voor 70% aan fiscale tegemoetkomingen moet verlenen aan Henk.
Kanttekening bij de breuk
Een belangrijke kanttekening hierbij is, dat er cassatie is aangetekend tegen de uitspraken waarop de breuk is gebaseerd. Het is op dit moment nog onduidelijk hoe de Hoge Raad tegen deze zaak aankijkt. Desalniettemin zijn er inmiddels al rechtbankuitspraken gewezen die wel uitgaan van de breuk, zoals uiteengezet door het gerechtshof.
Conclusie
het antwoord op de vraag, of een buitenlander (binnen Europese Unie) die werkzaam is in Nederland, gebruik kan maken van hypotheekrenteaftrek in Nederland, is niet eenduidig ja. In het geval dat ten minste 90% van het inkomen in Nederland is onderworpen aan de inkomstenbelasting, is het antwoord altijd ja. In het geval dat minder dan 90% van het inkomen in Nederland belast is, zal moeten worden beoordeeld of er in de woonstaat voldoende gebruik kan worden gemaakt van de fiscale tegemoetkomingen. Als er van dit laatste geen sprake is, zal Nederland op basis van de eerdergenoemde breuk, de fiscale tegemoetkomingen moeten toekennen.