Handelen Belastingdienst
Tot een beslissing is genomen verstuurd de belastingdienst geen definitieve aanslagen (waarin mede Box 3 vermogen is begrepen) over de belastingjaren 2019, 2020 én 2021 waarvoor vanaf 1 maart a.s. aangifte gedaan kan worden. De gevolgen van het arrest zijn nog niet verwerkt in de ICT-systemen van de Belastingdienst. Hierdoor is bij het opleggen van de voorlopige aanslagen 2022 nog geen rekening gehouden met de uitspraak van de Hoge Raad. Herstel over belastingjaar 2022 vindt plaats bij het opleggen van de definitieve aanslag over 2022.
Genoemde handelswijze van de Belastingdienst heeft ook een nadeel voor de Belastingplichtige. Vanaf 1 juli volgende op het betreffende belastingjaar gaat namelijk de renteteller lopen. Rente wordt voorkomen als de aangifte inkomstenbelasting voor 1 mei is ingediend en de Belastingdienst de aanslag vaststelt conform de ingediende aangifte.
Hieraan zal door de uitspraak van de Hoge Raad van 24 december 2021 (gedeeltelijk) niet worden voldaan ook al volgt de Belastingdienst de aangifte inkomstenbelasting met betrekking tot box 1 en/of box 2. Hoe langer de Belastingdienst wacht met het opleggen van aanslagen inkomstenbelasting 2021 hoe groter de belastingrenteschade voor belastingplichtigen. De Staatssecretaris heeft hier tot op heden nog geen aangepaste (tijdelijke) regeling voor aangekondigd.