Wat is een mini-job?
Van een mini-job is op twee manieren sprake:
- Wanneer de werknemer maximaal € 450 per maand verdient, of;
- Wanneer het loon geen rol speelt, maar er sprake is van een strikte beperking van het aantal werkdagen van maximum vijftig per jaar.
Bepalen waar iemand sociaal verzekerd is
Op basis van de Europese Verordening dient te worden bepaald waar iemand sociaal verzekerd is. Een inwoner van Nederland die in Duitsland werkt, is op basis van deze Verordening in Duitsland sociaal verzekerd. Ondanks het bekende probleem van de mini-job, voorziet de Europese Verordening echter niet in een oplossing. Hierdoor kan het voorkomen dat de werknemer in Nederland niet sociaal verzekerd is, terwijl er in Duitsland slechts een hele beperkte sociale verzekeringsplicht bestaat.
Mocht de werknemer in Nederland een pensioenuitkering ontvangen (AOW of WIA), dan zal voor de sociale verzekeringsplicht alsnog worden gekeken naar waar de werkzaamheden worden verricht. In dat geval treedt namelijk de regel in werking dat het land waar iemand de werkzaamheden verricht, voor het land gaat die de uitkering verschaft. Ook in dit geval is de werknemer niet in Nederland sociaal verzekerd.
Mocht deze situatie zich voordoen, dan zou dat betekenen dat de werknemer niet is verzekerd tegen werkloosheid en arbeidsongeschiktheid. Ook heeft de werknemer geen recht heeft op bijvoorbeeld kinderbijslag. Tevens wordt er geen AOW-opgebouwd en is de werknemer niet in Nederland verzekerd voor de ziektekostenverzekering.
Aanvullende vragen over gevolgen Duitse mini-jobs
Advocaat-generaal Wattel heeft in een drietal eerdere zaken over inwoners van Nederland met een Duitse mini-job, reeds geconcludeerd dat aanvullende vragen gesteld moeten worden aan het Europese Hof van Justitie. De Hoge Raad volgt nu het advies van Wattel op en heeft in zijn uitspraak van 2 februari 2018 vragen aan het Hof van Justitie gesteld.
De Hoge Raad wil onder andere weten of de mini-job die in Duitsland leidt tot een beperkte verzekeringsplicht er toe kan leiden dat de werknemer ook in Nederland niet verzekerd is.
Ook wil de Hoge Raad weten of in deze situatie ook in Nederland sprake van verzekeringsplicht en of er dan een beroep kan worden gedaan op de sociale voorzieningen in Nederland.
De Hoge Raad houdt iedere verdere beslissing aan en schorst het geding totdat het Hof van Justitie antwoord op de vragen heeft gegeven.