Spaarders met alleen bank- en spaartegoeden
De eerste definitieve aanslagen inkomstenbelasting 2023 aan deze groep spaarders zijn al opgelegd. Willen zij bij een gunstige uitspraak van de Hoge Raad een beroep daarop doen, dan moeten zij binnen zes weken na de dagtekening op de aanslag bezwaar hebben gemaakt.
Ook over 2021 en 2022 werd voor deze groep niet gewacht met het opleggen van de aanslagen op de te verwachten uitspraak van de Hoge Raad, maar toen was het veronderstelde rendement op bank- en spaartegoeden waarover de belasting werd geheven 0,01% en 0%.
In 2023 gaat het echter om een verondersteld rendement van 0,92%. Staatssecretaris Van Rij heeft aangegeven dat het zijn inschatting is dat de meeste spaarders in 2023 een hoger rendement dan 0,92% hebben behaald waardoor het niet nodig is dat ook voor deze groep gewacht wordt op de uitspraak van de Hoge Raad. Maar het kan goed zijn dat belastingplichtigen helemaal niet dit rendement hebben behaald. In dat geval kan het noodzakelijk zijn bezwaar in te dienen.
Achteraf vaststellen van het verondersteld rendement
Het verondersteld rendement op bank- en spaartegoeden en schulden wordt na afloop van het betreffende jaar vastgesteld. Mogelijk dat de Hoge Raad ook hier in augustus een oordeel over geeft of dit wel mag, of dat hier nieuwe procedures over worden opgestart. In te denken valt dat dit percentage al aan het begin van het belastingjaar vast moet staan zodat je weet waar je aan toe bent. Ook dit kan reden zijn om bezwaar te maken, omdat wanneer er geen bezwaar wordt gemaakt, een belastingplichtige bij een positieve uitspraak geen recht heeft op compensatie.
Bezwaar
Wij dienen graag voor jou het bezwaar in. Hier zijn echter wel kosten aan verbonden. Wil je door ons bezwaar laten indienen? Neem dan ruim voor het eind van de bezwaar termijn (6 weken na dagtekening van de aanslag) contact met ons op.